Terwijl ze naar de nachtelijke sterrenhemel keken vanaf hun longships, zagen de Vikingen iets dat hun verbeelding aanwakkerde. Een groot lichtgevend gezicht dat zich lachend naar de wereld beneden richtte, het mannetje op de maan. Zijn naam was Máni.
Máni’s vader, Mundilfari, was een houthakker die met zijn vrouw in een dorp leefde aan de kust van de Noorse zee. Mundilfari was een trots man en hij schepte vaak op over zijn prestaties in de taverne. De vrouw van Mundilfari was geduldig. Zij beurde hem telkens ‘s avonds op als hij vertelde hoeveel honderden bomen hij die dag weer had geveld. Ze waren verliefd op elkaar en ze wilden niets liever dan een gezin starten, maar de goden zagen hoe arrogant Mundilfari was en besloten hem een lesje te leren. De jaren gingen voorbij en Mundilfari begon zijn humeur te verliezen. Zijn bezoeken aan de taverne namen toe en zijn hoop dat ze kinderen zouden krijgen nam steeds verder af. Tot hij op een dag de godin Freyja tegenkwam, die medelijden kreeg met Mundilfari en zijn vrouw. Het stel kreeg kort daarop een mooie tweeling.
Mundilfari was vervuld van trots. Hij rende naar de taverne en vertelde het goede nieuws aan iedereen op zijn bekende zichzelf op de borst kloppende manier. De dorpelingen feliciteerden hem en vroegen hem hoe de baby’s waren. Het zijn de mooiste kinderen die ooit geboren waren, zei hij. Alleen ik kan de vader zijn van zulke mooie kinderen, zo mooi dat de hemel hun schoonheid prijst. Mijn dochter heet Sol en mijn zoon Máni.
De goden waren beledigd door de arrogantie van Mundilfari, die claimde dat de schoonheid van zijn kinderen die van de hemel evenaarde. Het leek erop alsof al die lessen tot nu toe nog niets opgeleverd hadden. Ze haalden Sol en Mani weg bij hun vader en moeder en wierpen hen hoog de hemel in. Sol werd verbannen naar de zon en Máni naar de maan, waar ze de passerende tijd in de gaten mochten houden en Mundilfari konden herinneren aan zijn wangedrag.
Dit drama zien de Noren als ze naar de maan kijken die boven hun waakt. Een groot gezicht zien in de maan is overigens iets wat de Noren delen met de rest van de mensheid. Het is een psychologisch fenomeen dat geworteld is in onze oerinstincten.
Pareidolia houdt in dat we patronen zien in stimuli die geen verband met elkaar houden. Dat verklaar dat we gezichten zien in levenloze voorwerpen of vormen. Pareidolia is onderdeel van een groter fenomeen dat apophenia wordt genoemd.
Apophenia beschrijft de zoektocht naar betekenis in patronen. Hierdoor bedachten de Vikingen een verhaal om het gezicht in de maan te verklaren. Ze moesten weten wat dit betekende. De combinatie van deze fenomenen is wat verhalen zo bijzonder maakt. Wij mensen hebben een diep verlangen om de wereld om ons heen te willen begrijpen. Pareidolia laat ons patronen zien and apophenia laat ons zien wat ze betekenen.